Ook prehistorische mens moest veranderen door 'drukte'
Kleiner territorium en andere levensstijl door bevolkinsgroei
bron: Eigen fotocollectie Rijksvoorlichtingsdienst
Direct na de Tweede Wereldoorlog waren de emoties nog zo rauw, dat er niet over gesproken kon worden. Pas decennia later zouden we leren met onze emoties om te gaan. Dat is een veelvoorkomende visie op de naoorlogse emoties in Nederland. Maar die visie klopt niet, zo blijkt uit het onderzoek Emotional Imprints of War. Ook vlak na de oorlog, werden emoties bewust en openlijk ervaren. En die emoties zijn na 80 jaar nog stééds springlevend.
Hoe verwerkte Nederland de oorlog en hoe gingen we de problemen te lijf? Historicus Milan van Lange onderzocht de emoties over oorlogsonderwerpen in het parlement vanaf 1945. Het resultaat is een emotionele tijdreis van decennia door miljoenen woorden en duizenden debatten. Conclusie: Nederland drukte de emoties vlak na de oorlog niet weg. Sterker nog, bijna 80 jaar na dato laaien de emoties over wie er fout en wie er goed was, nog regelmatig op.
Emoties kwamen niet pas na decennia op gang
Historicus Milan van Lange nam de lang geaccepteerde wijsheid op de schop: onze oorlogs-emoties kwamen niet pas na jaren zwijgen op gang. Integendeel, direct na de oorlog ziet Van Lange veel emotionele debatten met evenredig taalgebruik. “Emoties worden dan nog specifiek benoemd, de meegemaakte verschrikkingen ook. Op individueel en persoonlijk niveau wordt er gesproken over slachtoffers. Toen was vooral fysieke schade een indicator en ook hoe je die had opgelopen. Wie fout was geweest gedurende de oorlog, kwam niet in aanmerking voor slachtofferschap. Ook al miste je als NSB-er twee benen, in plaats van de verzetsheld die er één verloor. Begrijpelijk natuurlijk.”
De laatste helft van de jaren veertig kwam ook met een aantal pragmatische problemen, volgens Van Lange: “Direct na de oorlog stopten we oorlogsmisdadigers provisorisch in allerlei houtje-touwtje gevangenissen. Het was van belang zo snel en zo goed mogelijk te overleggen wat je ging doen met die mensen en vooral waar je ze de komende jaren ging laten.”
De nasleep van goed en fout in de Tweede Wereldoorlog
Gedurende de decennia die volgen, bleven gevoelens een belangrijke rol spelen. Wat veranderde en varieerde, is de manier waarop emoties beleefd en later zelfs gebruikt werden. Belangrijke factor daarin was, hoe de Nederlandse politiek na de oorlog met het verzet omging. In Denemarken bijvoorbeeld, werd een minister van verzet aangesteld. Nederland deed dat niet, maar zat vervolgens wel met het verzetsverleden van de communisten in de maag.
Van meet af aan, speelde de politieke richting namelijk mee. Het naoorlogse parlement was niet neutraal en sommige partijen beriepen zich meer op oorlog sympathieën dan anderen. De communisten hadden veel verzet geleverd en de communistische CPN gebruikte dit om tegenover de kiezers hun positie in het naoorlogse parlement te legitimeren. Het goede of foute tijdens de oorlog, werd niet benoemd of uitgesproken. Het was vanzelfsprekend en het werd vrijwel direct meegenomen in debatten in de debatten na de oorlog: wie heeft er recht op de meeste emoties en daarmee het gelijk of de macht?
Oorlogsmisdadiger Willie Lages
Dat oorlogsverleden bleef in de jaren daarna meespelen in debatten. Vooral communisten en sociaal democraten streden wat af om zich positieve associaties toe te eigenen en de negatieve associaties bij andere partijen neer te leggen. Discussies werden steeds symbolischer in plaats van pragmatisch. “Er zaten nog maar een paar oorlogsmisdadigers vast bijvoorbeeld. Maar deze thema’s bleven controversieel, dus ook al werden emoties symbolisch ingezet: ze waren er niet bepaald minder om. Als we bijvoorbeeld kijken naar de journaalbeelden met protesterende menigten, dan kunnen we die gevoelens van mensen ook zien en niet alleen maar in woorden tellen”, aldus Van Lange.
Onder meer de debatten rond oorlogsmisdadiger Willie Lages, deden de boosheid door het Nederlandse volk én het parlement gieren. De gemoederen liepen al hoog op rond 1952 toen overwogen werd Lages amnestie te verlenen. Later -medio jaren zestig- slaat de vlam weer in de pan, toen het parlement erover peinsde Lages vrij te laten vanwege gezondheidsproblemen. Dat gebeurde uiteindelijk niet, wel kreeg Lages een strafonderbreking van drie maanden en werd hij per ambulance naar Duitsland gebracht om te overlijden. Lages overleed niet en bleef nog vijf jaar in vrijheid in Duitsland leven, tot grote verontwaardiging van het Nederlandse volk en parlement.
Herbeleving Tweede Wereldoorlog tijdens de koude oorlog en de opbouw van de verzorgingsstaat
De toon was gezet en gevoelens werden voortaan gebruikt om de eigen politieke doeleinden te bereiken. Van Lange ziet in zijn onderzoek het ontstaan van een tijdperk waarin de oorlog een instrument wordt. “Partijen stonden lijnrecht tegenover elkaar en de Tweede Wereldoorlog werd een vehikel, een voertuig om met modder te kunnen gooien. Bovendien waren de spanningen rond de Koude Oorlog toegenomen en die hielpen niet mee. Alle emoties die met de Tweede Wereldoorlog geassocieerd werden, kwamen weer om de hoek kijken. Die verzuurden de betrekkingen behoorlijk en met concrete onderwerpen uit WO2 had het weinig meer te maken. De thema’s werden één op één overgelegd op onderwerpen, die speelden tijdens de Koude Oorlog.
In de jaren zeventig maakten politici vooral gebruik van het inschatten van deze collectieve gevoelens, om die vervolgens effectief in te zetten. Werden in de jaren 50 gevoelens nog gedetailleerd vernoemd, in de jaren zeventig volstond algemende terminologie als ‘het verdriet’ of ‘het lijden.’ In 1972 werd de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (Wuv) aangenomen. En die is niet eenduidig een gevolg van de vermeende emancipatie van oorlogsgevoelens, zegt Van Lange: “Tegen die tijd bouwden we een verzorgingsstaat, waar slachtofferhulp een logisch onderdeel van was. We kregen ook een bredere opvatting van wat welzijn was en daarmee begrip, dat je ook geestelijk of financieel slachtoffer kon worden van oorlogsgeweld. Bovendien speelde ook mee, dat steeds meer slachtoffers zich gingen verenigen en een stem kregen, zoals vervolgde homoseksuelen en zigeuners.” Van Lange ziet de Wuv dan ook eerder, als een gevolg van de ontwikkeling van de Nederlandse welvaartsstaat.
Hoe politieke partijen emoties rond de oorlog gebruikten. Toen en nu.
De abstrahering van oorlogssentimenten zet flink door in de jaren tachtig. Politici specificeerden niet eens de basis-emoties meer, maar gebruikten frasen als ‘de emoties rond de oorlog’. Dat komt omdat er een emotionele steigerbouw heeft plaatsgevonden in de decennia ervoor. Alleen het noemen van het woord ‘emotie’ is al voldoende om de volledige emotionele imprint aan de Tweede Wereldoorlog weer op te rakelen.Er is inmiddels een herinneringscultuur ontstaan, die gevoed werd door politieke partijen. De Tweede Wereldoorlog werd er te pas en te onpas bij gesleept.
De hulp die vanaf de jaren zeventig op gang was gekomen, heeft dan ook meerdere redenen. Praktisch was het onhaalbaar geweest in de jaren veertig om iedereen met materiële en emotionele schade, te ondersteunen. Daarom werd schadeloosstelling ook beperkt tot puur fysieke schade. Pas decennia later heeft Nederland de financiële ruimte om niet alleen fysieke slachtoffers te compenseren.
80 jaar na dato: emoties WOII laaien nog steeds op
De analyse van emotionele taal stopt in het onderzoek van Van Lange, na het einde van de Koude Oorlog in 1989. Maar ook in de jaren die daarop volgen, ziet hij nog steeds de voetsporen van de Tweede Oorlog in bestuurlijk Nederland. Zo verklaarde de voormalige voorzitter van het Comité 4 & 5 mei Gerdi Verbeet jaren later, dat zij in haar toespraak in 2011, zich nog heel bewust was van alle “gevoeligheden” rond de oorlog. Ze had daarom haar woorden heel zorgvuldig gewogen om mensen niet te kwetsen.
En in 2021 leidde de vergelijking van Geert Mak tussen het nazisme toentertijd en de opkomst van nieuwe rechtse partijen nu, tot controverse en nieuwe uitbarstingen van emoties. Vooral op sociale media, waar tot op heden politieke stromingen elkaar om de oren meppen met de toe-eigening van het correct geweest zijn, tijdens de oorlog. Van Lange ziet het verbaasd aan. “De emoties rond de Tweede Oorlog, blijven maar oplaaien. Dat is toch uniek.”
De methodiek: taal als tijdcapsule
Historicus Milan van Lange zette in zijn studie vraagtekens achter de veronderstelde emo-emancipatie en bedacht een manier om er achter te komen of inderdaad pas echt in de jaren zeventig en tachtig na-oorlogse emoties aan de oppervlakte kwamen. “Bij geschiedschrijving horen ook geaccepteerde wijsheden. Het gaat mij erom dat we dié dingen bevragen, waarvan we al denken te weten hoe het zit. Is de emotionele emancipatie ook zo’n geaccepteerde wijsheid?”
Voor zijn onderzoek, dat Van Lange uitvoerde aan het NIOD, het Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies, koos Van Lange doelbewust voor de bestudering van geschreven taal-uitingen van het parlement. Taalanalyse wordt vaker toegepast om de geschiedenis te reconstrueren. In dit geval waren de uitgewerkte steno-notulen van de parlementaire debatten ideaal, om te analyseren en te toetsen op de aanname, die al zo lang leeft.
Parlementaire discussies napluizen
“Als die emancipatie echt had plaatsgevonden, had ik dat terug moeten kunnen zien in parlementaire discussies. Die zouden dan een emotionele piek in de jaren zeventig en tachtig moeten laten zien.” Omdat hij de emoties direct na de oorlog ook wilde meenemen, waren film- en audio opnames geen optie, daar was te weinig van beschikbaar. Daarom zocht Van Lange naar sporen uit het verleden, die nog wel te vinden waren: taal.
“Je ziet misschien geen rondvliegend speeksel en boze blikken, maar je krijgt wel degelijk een heel goed beeld van de emoties in Den Haag”, aldus Van Lange, die aan de slag ging met de honderden miljoenen woorden in de Handelingen van de Staten Generaal. Zo vormde het politieke taalgebruik van 1945 tot 1989 een raamwerk om emoties meetbaar te maken.
Hoe meet je emoties en verwerking?
Dat meetbaar maken deed hij met woordenlijsten, die termen bevatten met een bepaald emotioneel kenmerk, zoals woede, verdriet en blijdschap. Vanwege de gigantische schaal van zijn werk, gebruikte hij een computerprogramma, dat hij handmatig controleerde. Van Lange woog de woorden met een numerieke correctie. “Je kunt niet ieder woord gewoon turven en een staatje maken, dan krijg je een verwrongen beeld. In een debat over herstelbetalingen aan oorlogsslachtoffers bijvoorbeeld, zal het woord ‘slachtoffer’ vaker vallen dan in gesprekken over andere oorlogsthema’s. In zo’n debat weegt ‘slachtoffer’ dan ook minder, dan het woord ‘verschrikking’, dat veel minder vaak viel. Beiden hebben een emotionele lading, maar ‘verschrikking’ is relatief zeldzamer.”
De historicus dook bovendien op pieken en dalen in de telling, die niet meteen verklaard konden worden. Zo merkte hij dat sommige emotionele onderwerpen toch weinig hevige emotionele gesprekken opleverden. “Debatten waar partijen het bijzonder met elkaar eens waren, gaven weinig controverse en strijd. Door die eensgezindheid, bleken dit soort debatten toch bijzonder on-emotioneel”, constateerde Van Lange.
Parlementaire discussies tonen emoties Nederlanders na de Tweede Wereldoorlog
Tot slot keek hij niet alleen naar de aantallen van bepaalde basis-emoties, maar ook het aantal debatten van een bepaald soort. Daaruit kwamen interessante bevindingen. “Vooral tussen 1945 en 1950 is er een behoorlijke piek in het aantal debatten met een oorlogsthema. Daarna lijken dit soort geplande debatten af te nemen.Toch betekent dit niet dat de betrokkenheid en emotie afnam. Vanaf de jaren zestig vielen debatten over herstelbetalingen bijvoorbeeld onder de bijstandsregeling. En onder dit onderwerp, werden ze dan ook geregistreerd. De gesprekken en emoties betroffen echter nog steeds de Tweede Wereldoorlog.”
(Het volledige onderzoek van Van Lange behelst nog veel meer interessante en opzienbarende feiten. Het onderzoek is gratis te downloaden en te lezen via deze link:https://www.bielefeld-university-press.org/978-3-8376-6485-0/emotional-imprints-of-war/?c=631025282.)
Gepubliceerd op 21 januari 2024
Bronnen: Milan van Lange, NIOD Emotional Imprints of War.