Sterven doe je met je brein

bron: Pixabay.com

Sterven doe je met je brein

Terwijl je omhulsel verder ploegt, ben jij al lang vertrokken!

Wanneer je gestorven bent, staat er op je verklaring van overlijden netjes een tijdstip van je sterfmoment, dikwijls tot op de minuut nauwkeurig. Maar sterven is geen moment. Het blijkt een proces. En je hersencellen, die zijn de procesmanagers.

Als we denken aan onze dood, denken we aan een moment dat we er niet meer zijn, in tegenstelling tot het moment dat we er nog wel waren. Dat suggereert een stap of zelfs misschien maar een stapje, dat alle verschil van de wereld uitmaakt. Zo ben je er, en zo, het volgende moment, niet meer. Toch is sterven wetenschappelijk complexer dan dat. Als al onze cellen inactief zijn, is het makkelijk, dan zijn we dood. Maar wat als onze cellen nog doorwerken, vér na het moment dat we officieel dood zijn? Betekent deze cel-activiteit dat we eigenlijk nog een beetje leven?

Sommige hersencellen groeien juist na de dood

Een paar jaar geleden kwam er opzienbarend nieuws van de universiteit Chicago in Illinois in de Verenigde Staten. Neurologen hebben er ontdekt dat het DNA van sommige hersencellen ruim na de dood, grote activiteit vertoonden. Ze bestudeerden hersenweefsel dat tijdens hersenchirurgie was verwijderd en simuleerden het sterven door het weefsel onder meer te verstoken van zuurstof. 80% van de genen in de zogenaamde gliacellen in de hersenen kwamen pas na het sterven op dreef en vertoonden een verhoogde activiteit na het afsterven van het weefsel.

Na je dood, blijven de gliacellen in de hersenen groeien. Maar dat sommige cellen nog leven, wil niet zeggen dat jij nog leeft.

Sterker nog: de cellen zelf namen gigantische proporties aan, werkten harder dan tijdens ons leven en begonnen eruit te zien als te lang gelegen aardappels, met lange tentakels die aan de cellen ontsproten. 24 uur na de dood, bereikte de activiteit van de cellen een hoogtepunt. Daarna nam de activiteit af. Dr. Jeffrey Loeb is de neuroloog die het onderzoek leidde. Zijn eigen bevindingen riepen ook bij hem zelf de vraag op wat de dood nu eigenlijk betekent. “Cellen houden op met werken als zij het signaal krijgen dat ze kunnen stoppen met hun activiteit. Verreweg de meeste van onze cellen krijgen dat signaal als onze lichaamstemperatuur daalt, dus als we gestorven zijn. Dat dan niet alle cellen tegelijkertijd het bijltje erbij neergooien, is logisch. In ons geval hebben we het over gliacellen. Dat zijn de schoonmakers en de ziekenverzorgers van de neuronen. Ze vormen de facilitaire dienst voor de neuronen. De neuronen zorgen ervoor dat we gedachten kunnen vormen en handelingen kunnen plegen, neuronen zijn de hersencellen die ons het mens maken, die we denken te zijn. Een gliacel heeft dus een totaal andere functie dan een neuron. Een gliacel, hoe actief die dus ook is, maakt geen deel uit van ons bewustzijn. En alle activiteit van de wereld in zo’n gliacel, maakt dus nog niet dat er sprake is van bewustzijn. Daar moeten neuronen bij komen kijken,” stelt Loeb. (Meer over deze zogenaamde zombi-cellen, lees je hier.)


Wel (hersen)cel activiteit, geen bewustzijn

Waarom gaan de gliacellen dan in een verhoogde staat van activiteit na het intreden van de dood? Immers, terwijl het lichaam afkoelt, zouden de cellen het signaal moeten krijgen hun werk te staken. Dat gliacellen niet inactief worden bij een verlaagde lichaamstemperatuur, heeft te maken met de specifieke functie van deze hersencellen. Hoe meer schade aan de neuronen, hoe harder de gliacellen aan de bak moeten. In het geval van hersendood, door bijvoorbeeld zuurstofgebrek is er meer schade dan ooit en hebben de gliacellen juist extra veel werk te doen. Dat er zoveel beschadiging is, dat functioneren van de neuronen niet eens meer mogelijk is, maakt voor de gliacel niets uit. Hij doet wat hij moet doen en ook als de schade aan het brein in totaal onomkeerbaar is, zal het DNA van een gliacel de activiteit niet onmiddellijk staken. Loeb en zijn team deden de metingen 24 uur na het afsterven, maar gliacellen zouden nog dagen langer en mogelijk zelfs gedurende enkele weken, actief kunnen blijven. Mits de temperatuur gunstig is en ook de gliacellen geen duidelijk fabrieksfluitje te horen krijgen.

Is je tijd gekomen? Sterven is een proces, geen momentopname.

Op het vraagstuk of de na-doodse activiteit van de gliacellen erop kunnen wijzen dat er een bepaald bewustzijn in de hersenen nog aanwezig is, na het overlijden, kan Loeb duidelijk zijn. “Als wetenschapper spreek ik in mogelijkheden en in die zin zeg ik dat me dat hoogst onwaarschijnlijk lijkt. Het zou betekenen dat gliacellen ook zouden moeten beschikken over de functionaliteit die neuronen hebben. Daar hebben we geen enkele aanwijzing voor. Het is mogelijk natuurlijk. We hebben het tegendeel nog niet aangetoond. Voorlopig gaan we ervan uit dat ons bewustzijn en daarmee ons mens-zijn, niets te maken heeft met de gliacellen. De gliacel-activiteit betekent dus niet dat we nog voorstellingsvermogen hebben of gevoelens kunnen verwerken. Het bewijst wel dat doodgaan geen moment is, maar een proces. Het tijdstip van overlijden is een medisch afgesproken tijdstip. Grote hoeveelheden cellen in je lichaam en dus ook in je hersenen, zijn nog levend, ook al zijn je gedachten en je gevoelens al dood. Dat is met ieder levend wezen zo. Gelukkig, want daarmee zijn onze bevindingen zijn heel interessant voor onderzoek naar dementie en andere situaties waarin de hersenen beschadigd zijn en reparatie van gliacellen nodig hebben.”

Whole Brain Death: onomkeerbaar en definitief

Ook in Nederland houden wetenschappers zich al eeuwen bezig met de vraag, wanneer dood nou dood is. Vragen en zorgen hierover laaien van tijd tot tijd op. In het midden van de 19e eeuw lieten sommige mensen zelfs een verbinding met een bovengrondse bel aanleggen vanuit hun grafkist. Mocht je levend begraven zijn, dan kon je tenminste nog uit de benarde positie gered worden.

De dood vaststellen was vroeger lastiger dan nu. Om te vermijden dat men onterecht onder de grond belandde, werd ook wel een bel verbonden met de binnenkant van de kist. Zo kon men zich uit een benarde positie bevrijden, mocht men toch levend blijken.

Hoe dood moet je tegenwoordig zijn, voordat de wetenschap vindt dat je dood bent? Behoorlijk dood, zo blijkt uit de visie van Nederlandse neurologen. Dr. Gea Drost, klinisch neurofysioloog en neuroloog in het Universitair Medisch Centrum Groningen, houdt zich bezig met het vaststellen van de dood. “Het is een belangrijk  thema, om nauwkeurig te bepalen wanneer iemand dood is. Die fundamentele angst om onterecht dood verklaard te worden bestaat nog altijd.” Wanneer een mens dood is, een complexe vraag. Misschien is het daarom makkelijker de vraag om te draaien. Wanneer leef je zeker nog? Stel: je bent niet bij bewustzijn en reageert niet op prikkels, maar je haalt nog wel zonder hulp adem, ben je dan eigenlijk al dood? Of leef je? “Als je nog zelfstandig adem kunt halen of zelfs maar een poging doet om zelfstandig adem te halen: dan ben je dus niet dood. Zo simpel is het”, aldus Drost.

De medische dood

Wanneer je dan wel dood bent, die vaststelling is fundamenteel veranderd. Met name door reanimatie, beademingsmachines en transplantatie. Zonder beademingsmachines is het eenvoudig. Wanneer het hart niet meer klopt en er geen ademhaling meer is, wordt de dood vastgesteld. Tot aan het eind van de jaren vijftig representeerde het kloppend hart het leven. Door de mogelijkheid van beademing bleek deze, min of meer vanzelfsprekende definitie van de dood, niet meer zo eenduidig toepasbaar. Nu kunnen mensen dood dan wel hersendood verklaard worden, terwijl ze kunstmatig beademd worden. Is er dan een kans dat je dood wordt verklaard, terwijl je wel degelijk nog beschikt over een bewustzijn?

Onterecht dood verklaard worden: dat gebeurt niet meer in Nederland. Hier en nu moet er sprake zijn van Whole Brain Death. En dan ben je dus behoorlijk en onomkeerbaar dood.

De Nederlandse wetgeving hierin is duidelijk. Bij het overlijden van een potentiële orgaandonor zijn er wettelijke bepalingen waaraan voldaan moet worden om hersendood te worden verklaard. In Nederland hanteren we daarvoor de definitie van Whole Brain Death. Dat is het volledig en onomkeerbaar verlies van de functies van zowel de grote hersenen als de hersenstam en het verlengde merg. De vrees dat er zich toch nog leven in ons bevindt, op het moment dat je dood wordt verklaard, is daarmee onnodig, stelt Drost.. “Het wordt me regelmatig voorgelegd door journalisten. Soms komt er een verhaal of een gebeurtenis waaruit moet blijken dat een mens die hersendood was verklaard, wakker werd en herstelde. Als ik die zaken onderzoek, blijkt echter altijd dat er geen sprake was van hersendood, volgens de bepalingen  zoals we die in Nederland hanteren. Het ging dan om mensen in een comateuze toestand en dat is écht iets heel anders. Er is in de praktijk niet één patiënt bekend, ook niet in de literatuur, die is teruggekeerd en hersteld van een toestand die voldoet aan onze criteria van hersendood. Dat is essentieel!”.

Het brein is dood als de verbinding dood is

Hersendood betekent daarmee niet dat al je hersencellen daadwerkelijk afgestorven zijn. Het gaat niet om het functieverlies van iedere individuele hersencel. Als we hersencellen zouden opkweken van iemand die hersendood is verklaard, dan is het zelfs waarschijnlijk dat kort daarna sommige cellen nog activiteit zullen vertonen. Het gaat om het functioneren van de hersencellen als netwerk, niet om de activiteit van de individuele cel. Juist de verbindingen tussen hersencellen zijn fundamenteel voor ons functioneren als mens. Als die netwerken onherstelbaar beschadigd zijn is het onmogelijk gebleken om weer bewustzijn te verkrijgen.

Jij (en hoe jij je voelt, denkt en leeft) bent méér dan je miljarden neuronen. Het is de verbinding tussen die neuronen, die jou jou maken. Is de verbinding dood, dan ben jij dood.

Het ‘whole brain death’ principe is overigens meer dan een aantal voorwaarden op een checklist waaraan voldaan moet zijn. Er komt ook een lichamelijk onderzoek bij kijken, uitgevoerd door de neuroloog of neurochirurg. Tot slot is het verplicht om aanvullend onderzoek te doen. Dit om er zeker van te zijn dat de grote hersenen niet meer functioneren. Dat aanvullend onderzoek moet aantonen dat er geen bloedsomloop meer in de hersenen is of dat er geen functie van de hersenen meer is. Met een EEG wordt de activiteit van hersennetwerken onderzocht. EEG staat voor elektra-encefalogram, waarmee door middel van elektroden de activiteit in de hersenen wordt gemeten.

De mens is al weg, als het omhulsel nog leeft

Bij iedere verbinding tussen neuronen komt namelijk electriciteit vrij. Die electriciteit wordt overigens zeer nauwkeurig gemeten. De huidige apparatuur kan de electriciteit waarnemen, die gegenereerd wordt door groepjes van slechts duizenden neuronen. (Voor de goede orde: we hebben er 86 miljard). Pas als de EEG geen enkele activiteit waarneemt, mag er sprake zijn van hersendood. De eventuele ontwikkeling van nog nauwkeuriger EEG-apparatuur maakt voor de diagnostiek van hersendood dan ook geen verschil. Zelfs als de activiteit gemeten zou kunnen worden van slechts 10 of 100 hersencellen, dan nog blijft het feit dat daarmee de noodzakelijke verbindingen van de cellen niet voldoende functioneren.

Als de EEG een volledige flatline laat zien, doen neurologen nog een allerlaatste test, voordat een mens hersendood verklaard wordt: de apneutest. Het komt erop neer dat de patiënt losgekoppeld wordt van de beademing. Er mag dan geen ademhalingsprikkel, dus geen spontane ademhaling, meer zijn. Pas als aan al die voorwaarden en testen is voldaan, kan en mag de diagnose hersendood gesteld worden.

Je laatste ritje. Alhoewel: je lichaam is er nog wel en sommige cellen zijn zelfs misschien nog niet eens dood, maar toch ben jij zelf al veel eerder vertrokken.

Daarmee houdt in ieder geval de wetenschap het erop dat het leven wel in de cel kan zitten, maar daarmee nog niet in een mens. Sterven is een fluïde proces, sommige van je hersencellen leven misschien nog. Maar jij die kan denken, voelen en ervaren: jij bent er niet meer. De mens is blijkbaar weg, ver voordat het omhulsel alleen nog maar omhulsel is.

(Meer lezen over hoe mensen zich voelen, als ze weten dat ze zullen sterven? Lees hier over hoe onverwacht positief die gevoelens zijn!)

Gepubliceerd op 26 mei 2024

Bronnen: Jeffrey Loeb - University Chicago Illinois, Gea Drost Universiteit Groningen

  • hersendood
  • neuronen
  • neurologisch onderzoek
  • neurologie
  • brein
  • de dood
  • bang zijn voor de dood
  • sterven
lees ook