bron: Pixabay.com
Wetenschappers helpen politie met verkrachtingszaken
Met de operatie Soteria Bluestone schakelden de justitiële overheden in Engeland en Wales, tientallen wetenschappers in. De missie was om met wetenschappelijke hulp, verkrachters sneller en vaker te vervolgen en te veroordelen. Een jaar lang werkten onderzoekers en politieagenten zij aan zij. En brachten zo schokkende misstanden en opmerkelijke data aan het licht.
Verkrachting is een misdrijf met verstrekkende negatieve gevolgen voor de slachtoffers, de omgeving van de slachtoffers en de maatschappij. Opsporing en vervolging zorgt vaak voor hertrauma en levert niet altijd voldoende resultaat op. Waardoor slachtoffers het gevoel kunnen krijgen dat zij ‘voor niets’ hun ergste nachtmerrie herbeleefd hebben. Aan onderzoekers was het de taak om de vinger op de zere plek te leggen en te kijken waar het mis gaat.
Helft verdachten zedenzaken op vrije voeten, ondanks eerdere veroordelingen
En mis ging het, zo bleek. De uitkomsten van Operation Soteria Bluestone waren niet mals. Dossiers bleken vermist of in een verkeerd laatje te verstoffen en de politie legde onvoldoende kennis, vaardigheid, motivatie en capaciteit aan de dag. Met als gevolg dat van de daders, die bekend waren bij de politie, maar liefst de helft een strafblad in zeden bleek te hebben. Desondanks bleven deze daders volledig ongemoeid door justitie.
Het zijn de samengevatte conclusies van de onderzoekers, die van de Engelse overheid in 2021 de opdracht kregen politieprocessen te onderzoeken. Hoewel minder voorkomend, is het niet nieuw dat wetenschappers actief en dagelijks betrokken zijn bij politieprocessen. Wat wel bijzonder is, is dat een overheid voor langere tijd de wetenschap volledig vrije handel en wandel geeft in een gesloten instituut als de politie.
Politieonderzoek faalde hevig in verkrachtingszaken
De onderzoekers liepen met 14 regionale politiemachten mee en kregen toegang tot archieven, dossiers en gesprekken met slachtoffers. Ook werden honderden politieagenten geïnterviewd. Daardoor kon de wetenschap voor het eerst niet alleen aantonen dat politieonderzoek naar zedendelicten falend is, maar ook waarom. Wat blijkt is een complex stelsel van belemmeringen in cultuur en mentaliteit bij de politie, die elkaar versterken. Dat heeft tot gevolg dat de kans op vervolging van de dader wordt verkleind en de kans op trauma bij het slachtoffer vergroot.
Het schijnt dat het bij de balie van het politiekantoor al misgaat. Uit interviews en vragenlijsten onder agenten, bleek dat deze zich een hoedje schrikken als zich een zedenmisdrijf aandient. Inbraken en overvallen zijn namelijk favoriete misdrijven om op te sporen en tot vervolging te krijgen.
Verloren dossiers, niet gehoorde slachtoffers en weinig expertise
Als redenen dat zedendelicten niet ‘populair’ zijn, gaven agenten dat zij niet wisten om te gaan met de emotionele kant van het misdrijf en dat de opheldering van een zedendelict minder status gaf aan de carrière zoals de vangst van een grote drugsdealer. Daardoor is het verloop onder collega’s hoog en dat betekent dat er te weinig ervaring in huis is. Waardoor werken met zedendelicten zo mogelijk nóg impopulairder wordt. Dat de oplossing van een zedendelict niet bijdraagt aan het gewenste imago, werd onder woorden gebracht in politie-citaten als “Het was mij allemaal te roze en pluizig, die afdeling.”
Tot zover de motivatie en capaciteit die niet op orde bleek. Volgens de onderzoekers hingen deze factoren nauw samen met de factoren gebrek aan kennis en gebrek aan vaardigheden. Dus de kennis over verkrachting als crimineel en justitieel feit ontbrak dikwijls. En daarmee de kennis hoe om te gaan met slachtoffer, dader en feit.
Ook politie doet aan victim blaming van slachtoffers verkrachting
Met schrijnende gevolgen. Onderzoekers zagen dat agenten in gesprekken met slachtoffers niet goed luisterden, waardoor waardevolle informatie verloren ging. Ook werden feiten gebagatelliseerd of de verantwoording bij het slachtoffer gelegd, het zogeheten victim blaming. Hierdoor raakten slachtoffers gedemotiveerd het justitiële proces te voltooien. Dan kon het dossier weer worden opgeborgen en kwam het, ondanks voldoende informatie van slachtoffer over feit en dader, niet tot vervolging, laat staan veroordeling.
Om tot veroordeling en vervolging te komen, is criminologisch onderzoek onontbeerlijk. Maar academisch onderzoek naar de registratie en aanpak van verkrachting is zeer lastig. De aard van het misdrijf brengt een verborgenheid met zich mee, waardoor exacte getallen over meldingsbereidheid van het slachtoffer en kunde van de opsporingsdiensten moeilijk in kaart te brengen zijn. Laat staan te duiden.
Nederland internationaal berispt op slecht beleid en uitvoering zedenmisdrijven
Ook in Nederland worstelen we met de aanpak van verkrachting. Wellicht zelfs juist in Nederland. Een internationale commissie heeft in 2020 de Nederlandse regering er dringend op gewezen dat de registratie en aanpak van verkrachting beter moet. Bij de zogenoemde Istanbul-conventie had Nederland, als lid van de Raad van Europa, beloofd om zich in te zetten tegen huiselijk geweld en geweld tegen vrouwen. Daar kwam niet voldoende van terecht, constateerde de commissie.
Nederland heeft in 2023 aan de commissie laten weten dat dat zij zich niet zal mengen in de wijze van registratie door politie van (seksuele) geweldsdelicten. Specialist in gendergerelateerd geweld en emeritus hoogleraar criminologie aan de UvA.professor dr. Renée Römkens betreurt dat: “Ik zie geen wezenlijke culturele verschillen tussen Engeland en Nederland. En ik zie dan ook niet dat de politie hier wezenlijk anders functioneert in zedendelicten, dan de politie daar. De uitkomsten van het onderzoek van Stanko en het daaruit voortkomende plan ter verbetering, laten zien dat verbetering van registratie én afwikkeling van zedenzaken mogelijk én hard nodig is.”
Verkrachtingen niét enorm toegenomen, maar beter geregistreerd
In Nederland is er namelijk ook iets aan de hand bij de politieregistratie van verkrachting en aanranding. De cijfers van aanranding en verkrachting over 2022 lieten een toename van 25 tot 30% zien in vergelijking met cijfers uit 2018. De absolute cijfers bedroegen 1.940 verkrachtingen en 2.385 aanrandingen in 2018 naar 2.885 verkrachtingen en 2.955 aanrandingen in 2022. Römkens vindt het niet waarschijnlijk dat deze toename slechts te wijten is aan een toename van meldingsbereidheid door slachtoffers.
Een veelgehoorde verklaring, zowel in de media als in de wetenschap, luidt namelijk dat slachtoffers in toenemende mate onder invloed van de metoo-beweging naar de politie zouden stappen. Volgens Römkens is dit eenzijdig. “Het verklaart niet de relatieve grotere toename de laatste jaren. Metoo is al langer gaande dan 3 of 4 jaar. En we zien ook iets opvallends aan de andere registratiecijfers van de politie.”
Verkrachting en aanranding minder vaak onder ‘overig’
De jaarlijkse toename van verkrachting- en aanrandingcijfers, gaan namelijk hand in hand met afnemende cijfers van de registratie Zedenmisdrijf Overig. In 2018 bedroeg het aantal meldingen dat onder ‘overig’ werd geadministreerd nog 1.495. In 2022 was dat dramatisch gezakt naar amper de helft, nog maar 805 meldingen. Een natuurlijke fluctuatie over de jaren heen is geen verklaring. In de jaren 2010 tot en met 2017 bedroeg het aantal meldingen namelijk ook nog gemiddeld 1.190 per jaar.
“Dat vind ik een aanwijzing dat bij de Nederlandse politie registratie van meldingen in zedenmisdrijven is verschoven. Meldingen die voorheen onder het kopje Overig werden geplaatst, krijgen mogelijk sinds een aantal jaar het predikaat verkrachting of aanranding, waardoor de registratie van deze 2 misdrijven toenam en verdwenen uit de registratie Overig”, oppert Römkens. Dat is op zich vooruitgang, al gaat Römkens er daarmee nog niet vanuit dat de prioriteit van zedendelicten is verhoogd
Wetenschap: ook Nederlandse politie-mentaliteit tegenover verkrachting moet anders
“Anders registreren is niet hetzelfde als beter registreren. Daar zijn we er nog niet. Daarvoor moeten we ook in Nederland iets doen aan de kennisverbreding over verkrachting bij de politie. Wat is verkrachting nu eigenlijk?” Römkens merkt op dat de cultuur bij de politie andere prioriteiten in de hand werkt, zoals het Stanko-onderzoek dat bij de Engelse politie ook ontdekte. “Er moet anders worden omgegaan met een bepaalde blauwe cultuur waarin hiërarchie essentieel is en men dus wil presteren naar wat belangrijk wordt gevonden in die hiërarchie. En dat zijn de geweldsmisdrijven in de semi-openbare sfeer, niet achter de voordeur.” Het oplossen van zedenzaken kortom, zou meer waardering moeten krijgen onder collega’s.
Dat de veranderde registratie mogelijk een positief teken is van een kentering binnen de politie, merkt ook dr. Tamar Fischer, associate professor criminologie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. “Het is in Nederland niet onderzocht, maar mijn persoonlijke indruk is dat politie en OM deze misdrijven serieuzer neemt en dat ze meer kennis aan het vergaren is. Politieagenten lijken bereidwilliger aangiftes op te nemen en tot een succesvolle vervolging te brengen. Dat zou inderdaad mede kunnen verklaren waarom de geregistreerde cijfers de laatste jaren zijn toegenomen. Maar dat zijn bepaald geen negatieve signalen, maar juist positieve”, aldus Fischer.
Wetenschappers ontwikkelen nieuwe politieaanpak
In Engeland en Wales laten ze er in ieder geval geen gras over groeien. Operation Bluestone krijgt een staartje. Een behoorlijke staart zelfs, die verkrachtingsonderzoek voorgoed zal veranderen. De autoriteiten hebben de wetenschappers uitgenodigd op basis van hun onderzoeksresultaten, een zogenaamd New National Model te presenteren. In dit nieuwe model zal de wetenschap deel uit blijven maken van de politiemacht in Engeland en Wales om de processen te stroomlijnen. Met als uiteindelijke doel: méér vervolgingen en veroordelingen in verkrachtingszaken.
Het aan te bieden rapport is nadrukkelijk niet een serie aanbevelingen, volgens onderzoeksleider, de Amerikaanse professor in de criminologie Elizabeth Stanko. “Het is ontwikkeld als een samenwerking tussen wetenschappelijke onderzoekers en politieagenten. Dit houdt dus in: een totaal ander politie-functioneren. Ook voor andere partijen zoals hulp- en zorgverleners is voortaan een belangrijke rol weggelegd in opsporing, vervolging en veroordeling van verkrachters. In de nieuwe structuur zullen wetenschap, politie en andere maatschappelijke organisaties dus nauw samenwerken.”
De dagelijkse invulling van deze nieuwe grootscheepse aanpak moet nog komen. Vast staat wél dat het nieuwe model moet leiden tot verbeterd onderzoek, overzicht en daderverantwoording. Ook introduceert het nieuwe manieren om successen inzichtelijk en meetbaar te maken en worden agenten geleerd hoe ze betere afwegingen kunnen maken.
(Wil je meer weten over seksueel misbruik en wetenschap, dan kun je hier verder lezen over de aanpak van misbruikers met stroomstoten!)
Gepubliceerd op 29 januari 2024
Bronnen: CBS, E. Stanko - Operaton Soteria Bluestone, R. Römkens
- verkrachting
- verkrachtingsslachtoffers
- verkrachtingszaken
- wetenschappelijk onderzoek verkrachting
- victim blaming verkrachting
- politie
- machocultuur politie
- politie onderzoek
- wetenschappers werken samen met politie